Linda Gijzenij-van Rooijen (Head of Housekeeping) über ihr 'zweites Zuhause'
Vol trots vertelt Linda over haar bijzondere band met Kasteel de Haar. Linda is hoofd van de huishouding en stuurt 8 collega’s aan. Haar opa en oma werkten en woonden bij het kasteel en daarom is Linda als het ware opgegroeid in de kasteeltuinen.
Hoe het begon…
“Pa (Gijs van Rooijen) is op het Stalplein geboren, heeft daarna op twee andere plekken naast het kasteel gewoond. Uiteindelijk is mijn oma verhuisd naar de Brink in het dorp Haarzuilens. Ik heb hier als kind altijd rondgelopen, waardoor ik veel feeling met het kasteel en de tuinen heb. Ik kwam hier met mijn neefjes en nichtjes en dan gingen we naar het golfterrein, ‘het verboden bos’, en dan bouwden we hutten”.
Dertien jaar geleden gingen haar kinderen naar school en het leek haar leuk om weer eens wat voor zichzelf te gaan doen. Haar moeder, Greetje van Rooijen, was destijds hoofd van de huishouding en nodigde Linda uit om een tijdje mee te draaien. “Ik zou eigenlijk maar een jaartje meewerken. En nu ben ik hier nu nog steeds, dertien jaar later”.
“Mijn moeder en ik hadden aan een half woord genoeg. We konden gewoon heel goed met elkaar samenwerken. Toen ze ziek werd, nam ik het stokje als Hoofd Huishouding van haar over. Mijn vader was net gepensioneerd en ging de korte periode voor haar overlijden met mijn moeder mee om haar te helpen (net als mijn zus). Ook mijn vader werd aangestoken door de fijne sfeer en houdt nu nog steeds het Châtelet bij. Hij komt iedere week om te stoffen, stofzuigen en om bijvoorbeeld het zilver op te poetsen. Ook vindt hij het fijn om in de tuinen mee te helpen met grasmaaien. Mijn dochter Fabiënne heeft haar oma geholpen met het inrichten van het Châtelet na de restauratie en is ook nu nog steeds werkzaam als oproepkracht. Kasteel de Haar is voor mij veel meer dan een bijzondere werkplek. Er zit een hele familiegeschiedenis achter voor mij. Net als de mooie verhalen die dit kasteel rijk is!”
De sfeer is gewoon goed
Toen Linda startte, vond ze het eigenlijk helemaal niet spannend om met de waardevolle collectie van Kasteel de Haar te werken. Ze vond het gelijk al een fijne plek. “Natuurlijk moet je met enige voorzichtigheid met de collectie omgaan en stoffen we alles het liefst af met twee stofdoeken. Ook gaan we op de grond zitten om de vloer schoon te maken met een stofdoek en nemen hierbij alle hoekjes en de lambrisering goed mee.”
“Ik vind het ook fijn dat de sfeer op de afdeling goed is. Kletsen doen we ook lekker! We doen het met elkaar en we zorgen dat alles netjes is voor onze bezoekers. En als er een keer iets extra’s moet gebeuren of als ik langer moet blijven, dan maakt dat me helemaal niet uit. Ik voel me hier echt thuis, het zit in mijn systeem. En tegen mijn afdeling zeg ik altijd; blijf de omgeving zien, het totaalplaatje, het is een prachtige locatie om te mogen werken.”
Linda vindt het belangrijk om mee te lopen en zich echt met de huishouding bezig te houden. “Ik kan achter mijn bureau gaan zitten en iedereen opdrachten geven, maar ik vind het belangrijk om gewoon te weten waar je het over hebt”.
De ontwikkeling van De Haar
Kasteel de haar heeft zich enorm ontwikkeld gedurende de jaren. “Toen ik hier net kwam werken, kon je de prachtige kamers van het kasteel alleen bekijken onder begeleiding van een gids. Sinds 2016 is de vrije rondloop er, waardoor onze bezoekers de meeste zalen en kamers zelfstandig kunnen bezichtigen. Ook zijn er in de loop der jaren steeds meer kamers opengesteld voor bezoek. Bijvoorbeeld de personeelsvertrekken op de derde verdieping en andere mooi ingerichte slaapkamers. Alleen maar goed, want het is veel drukker geworden in de loop der jaren. Daarom zijn ook onze vrijwilligers en oproepkrachten zo belangrijk voor ons kasteel!”
“Toen ik hier net begon, had je nog de septembermaand; dan ging het kasteel dicht voor bezoek, omdat de familie er logeerde. Ik heb het één keer meegemaakt dat ze hier waren, het kasteel werd dan echt bewoond. Ze aten in de eetzaal en zaten op alle banken en stoelen. Het leefde echt! Het is gewoon bijna niet meer voor te stellen.” Linda kan zich nog een grappig moment herinneren uit deze periode. “De familie kwam over uit Frankrijk en nam dan de Franse kamermeisjes mee. Een van de kamermeisjes vulde alvast het bad met water voor een gast, maar vergat de kraan uit te zetten. Je raadt het al… We hebben natuurlijk nergens putjes of gootjes, dus het water sijpelde zo naar beneden, langs de wanden, dwars door de houten vloeren heen. Iedereen werd opgetrommeld om het samen droog te maken. We voelden ons echt één.”
Na het overlijden van de baron in 2011, heeft de familie afstand gedaan van het kasteel. Toen was het geen woonhuis meer, maar echt bedoeld voor het toerisme en huwelijken. Natuurlijk komt de familie nog wel, echter slapen zij dan in het Châtelet. “Als ze komen, dan schudden we de bedden op en maken we er echt een woonhuis van, een warm welkom voor de familie. Ik vind dit echt een leuke afwisseling met het dagelijkse werk! Ik heb dit meegekregen van mijn moeder; zij was er altijd toen de familie er was. Barones Alexandra zegt altijd; jouw familie is mijn familie.”