De bel etage
De imposante centrale hal of Main Hall is de vroegere binnenplaats van Kasteel de Haar. Hij is bij de restauratie (1892 – 1912) overkapt. Het houten gewelf, 18 meter hoog, is rijk versierd met bladgoud. Ook grote landhuizen kregen omstreeks 1900 een Hall, maar een ruimte als deze is in Nederland nergens anders te vinden: half gotische kathedraal, half luxe hotellobby. Alles draait hier om de glorie van het geslacht Van Zuylen, maar ook om het comfort van de gasten.
Vierendertig gasten konden plaatsnemen bij het diner in de vorstelijke eetzaal op Kasteel de Haar. Gastvrijheid stond hoog in het vaandel van de bouwheer, baron Etienne: reden waarom deze ruimte een van de rijkste en feestelijkste is in het hele kasteel. Zijn zoon Egmont en diens zoon, baron Thierry, hebben met overgave zijn voorbeeld nagevolgd. Zij fêteerden hier filmsterren, kunstenaars en fashion-iconen. Al meer dan 100 jaar wordt er in deze eetzaal aan dezelfde tafel en op dezelfde wijze gedineerd.
Eigenlijk is dit meer een lees- of studiezaal dan een bibliotheek: er is maar één boekenkast, naast de doorgang naar de Ridderzaal. Gemaakt in de ateliers van Cuypers, bevat hij vooral genealogische en heraldische werken. Een belangrijke schat uit de bibliotheek, 34 delen van de eerste druk van de beroemde 18de-eeuwse Encyclopédie van Diderot en D’Alembert, is er niet meer. Hij maakte deel uit van de veiling bij Christie’s op 13 oktober 1998, waartoe baron Thierry van Zuylen had besloten om de restauratie van het kasteel op gang te krijgen.
‘Aan den ridderlijkste der ridders’, staat boven de deur van de Main Hall naar de Ridderzaal: mogelijk een verwijzing naar de wedijver tussen ridders op middeleeuwse toernooien. In de Ridderzaal leefde de architect zich uit in alle mogelijke verwijzingen naar middeleeuwse ridderdom en mythische helden, als voorouders of voorbeelden. In de Ridderzaal werden gasten na hun aankomst onthaald met thee, petit fours en sandwiches. ’s Avonds werd hier voor en na het diner geborreld, vooral door de heren, met sigaren en whiskey sour.
Bals en feesten hoorden bij het adellijke leven. Etienne van Zuylen en Hélène de Rothschild waren er dol op; zij leerden elkaar volgens de overlevering dan ook kennen op een gemaskerd bal, waar Etienne verkleed als Hercules met knots indruk op haar maakte. In de Balzaal staan de decoraties vooral in het teken van liefde en plezier. En een aantal van de bijzonderste kunstschatten die de baron en barones tijdens hun vele reizen verzamelden zijn in deze Balzaal te zien.
Een muur in deze zaal bestaat vrijwel helemaal uit stenen beeldhouwwerk. Links staat het Chateau d’Amour, uit één groot stuk kalksteen gehouwen door Bernhard van Binnebeke. Het symboliseert de liefde tussen Etienne van Zuylen en Hélène de Rothschild. De voorstelling, een ridder die een prinses gaat schaken (let op het vrouwtje dat hoog uit een raam toekijkt), is toepasselijk. De families van Hélène en Etienne zagen niets in hun partnerkeuze: ‘rooms’ en Joods waren tegenpolen. Het paar trouwde zonder toestemming, in 1887.