Het châtelet
Wie Kasteel de Haar bezoekt, loopt onder maar liefst drie poorten, elk vergezeld door twee torens. De eerste poort is bij de ingang naar het Stalplein. De derde is de Duivenpoort, die toegang geeft tot het Grote Cour. Daar tussenin staat een poort tussen twee vierkante torens. Deze poort vormt samen met twee grote vleugels een compleet kasteeltje: het Châtelet.
De bouw van het Châtelet begint in 1893 naar ontwerp van Joseph (Jos) Cuypers, zoon van architect Pierre Cuypers. De plannen worden vaak aangepast, omdat men bij de funderingswerkzaamheden stuit op oude muurresten. Daarnaast beginnen de nieuwe muren al snel te verzakken. Het uiteindelijke resultaat is een sierlijk kasteeltje met veel hoeken, erkers, torentjes en trappen.
De geschiedenis van het Châtelet is ingewikkeld. Dat is te zien aan de vele niveauverschillen en talloze onverwachte trapjes en doorgangen. Net als het grote kasteel is het Châtelet aangepast aan de eisen van de moderne tijd. Het is een verbazende combinatie van middeleeuwse vormen en de luxe uit de periode van voor de eerste wereldoorlog.
Het Châtelet of poortkasteel is het belangrijkste bijgebouw van Kasteel de Haar. Het is niet ècht klein; het is groter dan veel Nederlandse kastelen. Oorspronkelijk is het vooral bedoeld als onderkomen voor installaties: verwarmingsketels, pompen, water- en ijskelders, opslagruimte.
Daarnaast doet dit gebouw dienst als dienstwoning voor de rentmeester, de machinist en ander personeel. Bovendien komen er wat extra logeerkamers voor gasten. Later rond 1910 komen er appartementen voor de zonen (Helin, 1888-1912) en Egmont (1890-1960) van baron Etienne en barones Hélène.
Vanaf de jaren vijftig gebruikte de familie Van Zuylen van Nijevelt het Châtelet als familiehuis. Dat was intiemer en praktischer. Het grote kasteel werd alleen nog in september gebruikt om gasten te ontvangen. Het gezin van baron Thierry woont tegenwoordig als zij in Nederland zijn ook in het Châtelet. Dit is minstens drie keer per jaar: ’s zomers, in het najaar en met Kerstmis. Ook nu Thierry van Zuylen (1932-2011) is overleden, voelen zijn kinderen en kleinkinderen zich erg verbonden aan hun Hollandse familiehuis.
Bij de grote restauratie van Kasteel de Haar en zijn bijgebouwen (2001 tot 2011) was één gebouw overgeslagen: het poortkasteel of Châtelet. Er was geen geld meer voor beschikbaar. In 2012 kwam dankzij een ‘kanjersubsidie’ van het Rijk, plus bijdragen van de provincie Utrecht en enkele fondsen, de benodigde 3 miljoen euro bij elkaar. Dat was hoog tijd, want het Châtelet begon bouwvallig te worden.
Bij het restaureren van een gebouw als het Châtelet kwamen heel wat werkzaamheden kijken. Zo moesten er 60.000 leisteentjes op het dak van het gebouw vervangen worden. Daarnaast werden alle 2.000 onderdelen van de ramen en kozijnen afgenomen, ontroest, hersteld, behandeld en teruggeplaatst. Ook werden er 5.000 handgemaakte kloostermoppen (grote stenen) ingeboet in de gevel en is er 13.000 kg schelpkalk mortel gebruikt om de gevels in te boeten en te voegen.